“Wanneer komt de baby eigenlijk uit?” vraagt mijn jongste zoon mij ’s morgens in alle vroegte als hij een blik werpt op mijn ontzettende buik. Wanneer die uitkomt? alsof ik een kip ben die een ei aan het uitbroeden is….die kippen hebben het eigenlijk wel beter bekeken dan wij, bedenk ik me ter plekke. Slapeloze nachten van getrap, gedraai en gepor, gaan aan ons grote werk vooraf. En dan moet het nog beginnen, ben je al moe. Maanden waggelen als een eend, das de enige overeenkomst, nee doe mij maar andersom dan. Eerst de grote klus, dan heerlijk uitrusten, zittend op je gat wat broeden heet. Ik broed nu al, maar heb toch echt geen vleugels. Mijn oudste mannetje bemoeit zich ermee door te vragen of ze dan straks met z’n drieën achterin de auto zitten. Ja, dat moet passen, dan zijn we alweer een paar maand verder en hoeft hij misschien wel niet eens meer op een zitverhoger zeg ik iets te hardop dan ik wil. Mijn zoon wordt groot, dat besef komt steeds meer. En dan echt groot bedoel ik. “Oh,” zegt ie: “dan kan de abri-cosie mooi in het midden.” ..en dan ineens is ie toch ook wel weer klein, gelukkig.
Zonder de gang lamp aan te gaan slapen, durft ie nog niet altijd, maar wel had hij vandaag afgesproken met vriendjes alleen s avonds met Halloween langs de deuren te gaan…in t donker?? is het heel gek dat ik het niet altijd meer snap??? en hem niet altijd wil en kan volgen…
Op eigen initiatief wilde hij me gisteren helpen met koken, een eigen salade zou hij maken. Met geld opzak ging hij op pad voor de ingrediënten. Mijn grote zoon. Hij kwam terug met een komkommer, sla, wortels en tomaatjes. De kaasschaaf lag klaar, zoonlief in de startblokken, met kaasschaaf in de hand:” Mam, mag ik die komkommer scheren?”
ja hoor tuurlijk, zolang jij voorlopig dan alleen maar komkommers hoeft te scheren, mag dat en kan ik je weer helemaal volgen.